top of page

De "Direction" en handbal

In het hedendaagse handbal wordt er cognitief en fysiek veel verwacht van de spelers/speelsters. Zo moeten deze instaat zijn om een constant veranderende omgeving (bv: de bal, tegenstanders, medespelers,...) te waarnemen en hierop gepast te reageren. Hierbij moet de speler telkens de juist oplossing vinden voor de geleverde situatie om tot een maximaal voordelige spelsituatie te komen. Hieruit maakt de handballer/handbalsters gebruik van zijn arsenaal van één tegen één technieken, schietvaardigheden en passtechnieken dit allemaal gekozen en afgestemd op de situatie waarmee de speler/speelster mee geconfronteerd wordt. Deze cognitieve eigenschappen die nodig zijn om deze vaardigheden juist te selecteren in functie van de situatie en dan nog correct uit te voeren zijn niet vanzelfsprekend. Vaak worden handbaltechnieken te veel geoefend in gesloten situaties waarbij er een gebrek is aan deze cognitieve en reactieve input (bv: het oefenen van een schijnbeweging met een kegel telkens in dezelfde richting) dit stelt de speler wel in staat om deze techniek te beheersen, maar zal maar een beperkt leereffect voor in een onvoorspelbare wedstrijdsituatie?

​

​

​

​

​

​

​

​

​

​

 

 

 

 

 

 

​

​

​

 

Het hierboven omschreven fenomeen wordt uitvoerig beschreven in de bachelor proef "hoe kan het toestel de "Direction" de prestatie van jonge handballers/handballsters verbeteren?" De "Direction" is een nieuwe interactieve sportkegel van het bedrijf Ledsreact. Het toestel bestaat uit 4 ledlichten die reageren op de naderende atleet door één van zijn 4 richtingen te laten oplichten. De atleet reageert op deze visuele prikkel door een vaardigheid gekoppeld aan deze richting uit te voeren. Zo kan men dus ook meerdere vaardigheden koppelen aan één oefening (bv: linkerled overtrek en rechterled klassieke schijnbeweging) het gevolg is dat de speler moet reageren op het geactiveerde licht en hierbij de juist vaardigheid op moet toepassen. De atleet komt dus in een situatie terecht waarbij er meerdere opties mogelijk zijn zoals in een wedstrijd. De Atleet kan dus geen gebruik maken van voorgeprogrammeerde acties wat zijn cognitie en de desbetreffende techniek ten goede kan komen.

​

​

​

​

​

​

​

​

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Uit meerdere praktijksessies met het toestel, interviews met deskundigen en deelnemers werden er verschillende

bevindingen geconstateerd over het toestel de "Direction" in functie van de handbalsport. Deze tekst komt uit de bachelorproef uit hoofdstuk 3.8 Betekenis van het eindproduct en de resultaten voor het werkveld en de finale conclusie.

​

Positieve bemerkingen

 

  • De "Direction" vergt een hogere concentratie en een aanzienlijke cognitieve arbeid (attentie, anticipatie, reactie, beslissingsvorming en uitvoerend functioneren) van de spelers, mede door zijn onvoorspelbaarheid. Dit sluit dichter aan bij een wedstrijdsituatie (principe van open vaardigheden).

 

  • De "Direction" is zeer klein en makkelijk te transporteren. Tevens is de batterij van lange duur en kan men het toestel simpelweg opladen met een gsm-oplader.

 

  • De "Direction" laat de deelnemers toe om een oefening zelfstandig uit te voeren. Hierdoor hoeft een trainer zich maar beperkt bezig te houden met de organisatie van de oefening en kan men zich volledig focussen op de uitvoering van de deelnemers.

 

  • De "Direction" is motiverend voor de deelnemers en blijft dit na meerdere trainingen, dit bleek uit de bevragingen van de deelnemers. Maar liefst 75% van alle deelnemers uit het onderzoek gaven een subjectieve score van minimum 8 op 10 voor de subjectieve beleving tijdens een sessie met de “Direction”. Ook na een aantal trainingen bleef dit zo goed als constant. Een goede motivatie ondersteunt het leerproces en de goede prestaties. Men kan dus stellen naar het werkveld toe dat een training met de “Direction’ ook eventueel in functie van de motivatie kan ingezet worden. Tevens gaf 85% van alle deelnemers aan dat de “Direction” leuker was dan andere gekende sportmaterialen en na een aantal trainingen bleef dit standpunt ongewijzigd.

 

  • De “Direction” tilt de vaardigheden (met name de technische) naar een hoger niveau, dit maakt het ook uitdagend. Maar liefst 87% van alle deelnemers vond het trainen met de “Direction” een uitdaging. Dus de “Direction’ is ideaal om een stapje hoger te gaan in het leerproces.

 

  • De "Direction" toont een goede werking op de volgende aspecten van het handbal:

 

  • Één tegen één situaties/schijnbewegingen: De soms iets latere timing heeft hier minder een negatieve invloed op. Hierbij kan een speler bij een latere reactie in de één tegen één situatie een “nul-landing” toepassen. Verder werkt het toestel uitdagend in dit aspect, wel moet men erop letten om zoveel mogelijk de schijnbeweging weg van het apparaat in te starten om wedstrijdgericht te werken. Met een toevoeging van de "Direction" voegt men een cognitieve en reactieve dimensie toe. Dit is een ideale stap in het leerproces van de schijnbewegingen.

 

 

 

  • Passoefeningen: Men komt bij een pas vaak vanuit een voorwaartse beweging van waaruit men moet afremmen dus is een latere reactie meestal geen probleem en kan de speler tijdig reageren zonder een moment van "geen actie". De "Direction" heeft hierbij een extra dimensie en verassing aan de klassieke pasvormen waarbij er een grotere prikkeling is van de cognitieve vaardigheden.

 

 

  • Verdediging: Bij dit aspect kan er op een latere reactie gereageerd worden met het ter plaatste trappelen. Dit is een dynamische oplossing die een actieve verdediger ook kenmerkt. De "Direction" leert hierbij verdedigers om initiatief te nemen en kan daarbij goed aansluiten bij meer offensieve verdedigingsstijlen. De “Direction’ garandeert hierbij ook het fysieke aspect van de uitvoering en de deelnemers moeten daardoor een aanzienlijke inspanning leveren.

 

  • Motoriek: Ook bij coördinatie en wendbaarheid kan men dit ter plaatse trappelen invoegen bij een latere reactie. Hierdoor sluit dit goed en functioneel aan op de fysieke vaardigheden van coördinatie en voetenwerk. De toevoeging van de reactieve component van de "Direction" laat ook de deelnemers motorisch bewegen op visuele informatie. Dit aspect sluit meer aan bij wedstrijden dan klassieke coördinatie en voetenwerk oefeningen, door de reacties die het toestel vergt van de spelers. Dit was één van de sterkste punten van de “Direction”

 

  • Vorming van doelverdedigers: Ook hier toonde de “Direction” zich zeer toepasbaar op. Het voordeel is dat de doelman zo technieken kan uitvoeren in een reactieve situatie. In een wedstrijd is dit niet anders dus kan men de “Direction” goed gebruiken voor technische en motorische vorming. Als het toestel later reageert kan men tijdens deze tijdspanne in basishouding ter plaatse trappelen. Dit is een dynamische houding die de reacties en de stabiliteit van de doelverdediger ten goede komt. Men kan stellen dat dit een functionele oplossing is, in een wedstrijd moet men ook immers wachten op het schot. Er kan geconcludeerd worden dat de “Direction” een meerwaarde is voor doelverdedigers los van de negatieve aspecten die verder besproken worden. Ook is het toestel ideaal te combineren met schoten op het doel wat zeer belangrijk is voor de vorming van doelverdedigers.

​

Constructieve bemerkingen

​

  • Het toestel reageert af en toe nog iets te traag, dit zorgt soms voor een stilstaande fase van "geen actie" wat sommige acties te veel vertraagt. Ook bij de aspecten waar de "Direction" een goede functionering heeft kan er af en toe een latere reactie van het toestel voorkomen. Men kan hier wel wat op inspelen door de organisatie aan te passen. Daarvoor wordt er aangeraden om de beschreven richtlijnen in dit hoofdstuk te hanteren. Bij de meeste spelaspecten zijn er hier functionele oplossingen voor die meegedeeld worden. Maar men moet stellen dat 65% van alle veldspelers als constructieve opmerking aangaf dat de “Direction” iets te traag was, dus moet men hier wel aandacht aan besteden. Weliswaar lijkt dit voor de volgende spelaspecten: doelverdedigers, motoriek en verdediging amper tot geen negatieve invloed te hebben. Dit vanwege functionele oplossingen, tevens gaf er geen enkele doelverdediger dit als constructief punt aan in de 2de testfase.

 

 

  • Door het autonome functioneren van de "Direction" kwamen op sommige momenten bepaalde richtingen te veel en andere te weinig aanbod. Dit gebeurde af en toe, een oplossing hiervoor zou ook een applicatie of een bediening kunnen zijn waarmee men programma's kan opstellen en bepalen.

​

  • De "Direction" bevindt zich op de grond waarbij de deelnemers naar beneden kijken om de visuele informatie te registreren. In handbal vindt de informatie zich hoofdzakelijk op ooghoogte plaats, dit zowel voor veldspelers als doelverdedigers. Een verticale stand waarbij het toestel op ooghoogte komt lijkt een vereiste te zijn om een maximale transfer te realiseren.

 

  • De "Direction" kan bij sommige oefeningen nog niet de actieve leertijd van alle deelnemers garanderen. Door het autonome beslissen van het apparaat kan het zijn dat deelnemer a een oefening 10 x uitvoert en deelnemer b maar 5 x. Dit komt vaak terug wanneer men aan één richting een afsluitende actie koppelt zoals bijvoorbeeld een schot op doel. Ook in passoefeningen waarbij de richtingen aangeven naar wie de deelnemers moeten passen kan het gebeuren dat de bal vaak dezelfde kant opgaat, waardoor de andere kant minder aanbod komt. Dit probleem zou kunnen opgelost worden door een applicatie of bediening waarmee men de programma's kan opstellen/bepalen als trainer.

 

 

       Het toestel is nog niet toepasbaar op het volgende spelaspect:

 

  • Positiespecifiek Hoekspelers: Hoekspelers werken al op een zeer beperkte ruimte waardoor het apparaat niet goed kan timen. Ook is het naar beneden kijken tijdens de aanloop van een schot op doel nefast voor een hoekspeler. Er zijn te veel momenten van "geen actie" bij hoekoefeningen door te late acties van het toestel. Om de timing te optimaliseren zou men het toestel meer in de cirkel moeten leggen, wat ervoor zorgt dat de deelnemers de cirkel inlopen en de spelregels staan dat natuurlijk niet toe. Een andere optie is om de deelnemers buiten het speelveld te laten starten wat weliswaar ook regelgericht onaanvaardbaar is. Daarom wordt er vastgesteld dat de huidige versie van de "Direction" best niet gebruikt wordt voor hoekspecifieke training.

​

Neutrale bemerkingen

​

Op volgende onderdelen is de meerwaarde/werking van de "Direction" afhankelijk van het gebruik, de beoogde aspecten of de visie van de trainer:

​

  • Positiespecifiek Opbouwspelers: De meerwaarde is afhankelijk van wat de trainer inhoudelijk doet. Doet men een passoefening, een één tegen één oefening of een combinatie van beide kan de trainer goede oefeningen met een eventuele meerwaarde bekomen. Combineert men schotvarianten gekoppeld aan de positie kan men oefeningen negatief beïnvloeden. Het resultaat hangt af van wat men voor de opbouwspeler wil combineren van spelaspecten. Daarbij dat de trainer best rekening houdt met de beschreven opmerkingen van alle spelaspecten die men hierin combineert.

​

 

  • ​Positiespecifiek Cirkelspelers: De oefenstof die in de database beschikbaar is voor de cirkelspeler positie is toepasbaar, maar kan te gemakkelijk zijn voor oudere spelers boven de 16 jaar. Hetzelfde geldt hiervoor dat men bij positiespecifieke oefenstof rekening moet houden met de hierboven geschreven bemerkingen. Want positiespecifieke oefenstof is altijd een combinatie van meerdere spelaspecten aangepast aan het profiel van de positie. Daarbij moeten dus de gecombineerde spelaspecten elk individueel als compatibel beschreven zijn.

 

  • Tegenaanval: De oefeningen in de database zijn goedgekeurde oefeningen die effectief en efficiënt zijn. Maar toch valt tegenaanval onder een neutrale beoordeling. De vraag is waar kan men de “Direction” nog meer voor gebruiken bij tegenaanval training? Bij de oefenstof in de database wordt deze beperkt gebruikt als een rollenverdeler waaraan de tegenaanval gekoppeld wordt. Echter kan dit aspect nog meer verdiept worden in de toekomst. En men moet ook toegeven dat dit aspect wat minder aanbod gekomen is in deze bachelorproef. Maar als men de “Direction” gebruikt om rollen te verdelen dan kunnen deze oefeningen een meerwaarde zijn. Voor verdere verdieping is er meer onderzoek vereist.

​

  • Werpvarianten: Dit was het meest “controversiële” aspect waarbij er onenigheid was bij de deskundigen. De latere reacties van de “Direction” onderbreken vaak de uitvoering van de worp waardoor een speler veel van zijn krachtontwikkeling verliest. Dit gaat volgens de 1ste deskundige in tegen de vereisten die op wedstrijd gesteld worden. Een snellere reactietijd van het toestel zou dit probleem kunnen oplossen. Echter vond de derde deskundige deze “onderbrekingen” geen probleem, omdat onverwachte situaties ook op wedstrijd voorkomen. Daarbij vindt de deskundige het sporadisch trainen van dit spelaspect met de “Direction” geen probleem. Laat het duidelijk zijn dat het hierbij gaat over schottechnieken gekoppeld aan richtingen en niet over afsluitende acties of schotacties na een beweging uitgevoerd te hebben op een led licht. Aangezien er veel discussie was over dit aspect werd dit niet opgenomen in de database. Het is aan de trainer om te bepalen of de “onderbrekingen” voor hem een probleem zijn of niet. De evaluatie van dit spelaspect hangt dus voornamelijk af van de visie van de trainer. Echter kan een snellere reactietijd van de “Direction” in de toekomst deze controversie wegwerken.

​

​

Richtlijnen voor het gebruik van het apparaat

​​

  • Trainen met de “Direction” tilt de betreffende vaardigheden naar een hoger niveau, zeker in vergelijking met gesloten training. Hierbij moeten de deelnemers als het om technische aspecten gaat reeds een basisbeheersing hebben van deze vaardigheid (bv: schijnbeweging rechts,…). Dit geldt voor zowel veldspelers als doelverdedigers. Is dit niet het geval bestaat de kans dat men fouten kan aanleren. Maar voor deelnemers met een basisbeheersing van de betreffende techniek is dit een ideale stap hoger.

 

  • De deelnemers mogen pas vertrekken wanneer het apparaat niet oplicht. Hiermee kan men een te late reactie vermijden.

 

 

  • De ruimte rondom het apparaat dient in een straal van 3-4 meter vrij te zijn. Dit om ongewenste registraties te voorkomen.

​

  • Deelnemers die gedaan hebben met de oefening keren best terug langs de buitenkant en uit de buurt van de apparaten om geen ongewenste registraties te veroorzaken.

​

  • Het apparaat dient op een afstand van minstens 3 - 4 meter van de start te staan, dit om de deelnemer in staat te stellen om tijdig te reageren op het apparaat. Zeker bij technische uitvoeringen zoals een schijnbeweging of een pas wordt de afstand best wat verlengt.

 

  • In de toekomst zullen er sowieso aanpassingen komen aan het toestel. Dit kan ervoor zorgen dat er veranderingen komen wat betreft de positieve, negatieve, neutrale en toepasbare spelaspecten die hier beschreven worden. Er wordt aangeraden om opnieuw onderzoek te doen wanneer dit zou gebeuren.

​

Conclusie

De "Direction" is op dit moment deels een meerwaarde voor de handbalsport. Het is aan de trainer om te bepalen of deze een ondersteuning is in functie van zijn doelstellingen. Daarmee raad men in dit onderzoek een gebruik van het apparaat zeker niet af en is het aan de trainer om zelf te bepalen of men met deze stellingen genoegen kan nemen om het apparaat te gebruiken. Men raadt wel de trainers aan om de oefeningen te bekijken en op hand daarvan een mening/standpunt te vormen. Het apparaat heeft nog veel potentie en men moet ook respect opbrengen voor de ontwikkelaar Ledsreact die de feedback van zijn potentiële doelgroep serieus en in beraad neemt. Zo is het bedrijf bezig met deze opmerkingen te bestuderen en te corrigeren. De mogelijkheid bestaat dat de “Direction” dan alle aspecten van het handbal kan ondersteunen en een duidelijke meerwaarde betekent voor de hedendaagse handbaltraining. Echter wordt er dan aangeraden om opnieuw onderzoek te voeren om deze aanpassingen in de praktijk te testen

​

​

​

Vastellingen en bevindingen over de "Direction" en handbal

© 2017 by Arne Schonkeren

bottom of page